
PAUL VAN ERNICH
https://www.paulvanernich.com
Paul van Ernich (Oss, 1960) is een kind van de jaren
'60 en '70, een student in de jaren '80 en een zich
gestaag ontwikkelende kunstschilder sinds de jaren '90.
Op jonge leeftijd was zijn creatieve drang al groot en deze
richtte zich naast het tekenen ook op het ontwerpen van
speelse mechaniek of het aanleggen van een vlinderverzameling.

Paul van Ernich
Wat later maakte dat alles plaats voor een verhoogde
interesse in poezie en psychologie. Jarenlang zwierf hij
langs musea vol moderne kunst waarin spektakel, ego,
concepten en wereldvisies centraal stonden. Een
voortdurende ontdekkingsreis
naar persoonlijke opvattingen en kunst die becommentarieert.
Wat echter sinds zijn twintigste, na een bezoek aan het Rijksmuseum
op zijn zijn netvlies gebrand bleef, was een schilderij van
Pieter Claesz (1634). Een stilleven dat absolute rust uitstraalde
en tegelijkertijd indruk maakte door een ongekend vakmanschap.
Na zijn psychologie-studie te Nijmegen, besloot van Ernich
toegepaste kunst te gaan studeren in Eindhoven. Daarnaast richtte
hij een eigen bedrijf op voor design van verlichtingsarmaturen.
Al snel werd duidelijk dat dit alles meer leide tot het voeren
van een zakelijke onderneming waarin gevoel voor ambachtelijkheid
en poezie niet de juiste aandacht kreeg.
De drang tot creatie en de bijna vanzelfsprekende behoeft een
'homo-universalis' te zijn leidde in die tijd tot de overstap naar
de vrije schilderkunst. Van ernich keek, beleefde, projecteerde en
experimenteerde met vele schildervormen, stijlen en technieken.
In zekere zin startte hij dus in een eigentijds-eclectische variant
en zocht naar maximale expressiemogelijkheden. Van daaruit
liep hij verder terug in de historie: kubisme, expressionisme en
futurisme. Vervolgens begon de verf en toets langzaam aan belang
te winnen. Enkele jaren voelde hij zich geboeid door het impressionisme.
Daardoor begon de figuratie een belangrijkere plaats in te nemen
in zijn werk. Modern maakte plaats voor klassiek. Persoonlijke
opvattingen en stijlvormen 'trokken zich terug' in de verf,
en poezie begon zich allengs te vermengen met de normale wereld.
En zo startte van Ernich op de weg terug naar het verleden.
Hij herinnerde zich weer die eerste confrontatie
met het stilleven op 20-jarige leeftijd in het Rijksmuseum en vond
uiteindelijk de basis voor zijn toekomst.
|