
PIETER WAGEMANS
https://www.pieterwagemans.be
Pieter Wagemans werd op 11 augustus 1948 geboren in Merksem (Antwerpen). Van in
zijn jeugdjaren heeft de kunstenaar zich spontaan al tekenend weten uit te
leven, een gave die hij allicht van zijn vader heeft meegekregen. Het werd
vroeg duidelijk dat hij deze begaafdheid steeds verder zou ontwikkelen. Reeds
op 15-jarige leeftijd besloot hij lessen te gaan volgen aan de Academie voor
Schone Kunsten in Antwerpen.

Pieter Wagemans
Tijdens zijn opleiding aan de Academie kreeg hij de kans om veel naar het leven
te tekenen, vooral stillevens, maar ook naakten en landschappen, telkens onder
de leiding van bekwame professoren, zoals Jacques Gorus en Victor Dolpfyn. Zij
gaven hem een goede steun bij het leren beheersen van de klassieke methode. Er
werd tijdens de lessen zeer hard gewerkt met bijzonder goed gemotiveerde
studenten.
In 1969 behaalde Pieter het diploma van grafisch vormgever, kunstschilder en
illustrator. Na zijn legerdienst startte hij op zelfstandige basis als
ontwerper en illustrator en werkte gedurende jaren voor verschillende
uitgeverijen.
Gedurende jaren verfijnde hij zijn schilderstechniek. Het was een lange
zoektocht naar de ideale stijl die het best bij zijn visie en werkwijze paste.
Zijn opleiding aan de Academie had hem op het juiste pad geholpen, maar er was
nog een lange weg af te leggen. In deze periode nam Pieter de opdracht aan om
grote plafondschilderingen aan te brengen in het 16de-eeuwse woonhuis van de
Antwerpse kunstschilder Adam Van Noort. Deze schilderijen naar de oude meesters
brachten hem de nodige ervaring bij in het kleurengebruik, de dramatiek tussen
licht en schaduw, het belang van de compositie enz.
Zijn stijl
Stilaan werd het voor Pieter duidelijk dat hij een steeds grotere voorkeur aan
de dag legde voor het fijnschilderen. "Het gaat eerder om een karaktertrek dan
om een bewust gezochte stijl", aldus Pieter.
Door het bestuderen van befaamde stillevens en werken van bloemenschilders,
zoals Davids de Heem, Willem Heda en Rachael Ruys, verstevigde Pieter zijn
inzicht in de kleurenharmonie en vergrootte zijn vakkennis. Thematisch verkiest
hij stillevens met oude kunstvoorwerpen. Peilend naar de symbolische waarde van
de compositie, bouwt hij een aangrijpend verhaal op. Het vanitasmotief
(vergankelijkheid) is voor hem een grote inspiratiebron, waarbij de schoonheid
dikwijls verwerkt wordt in de vorm van een bloemencompositie.
Als variatie op het stilleven specialiseerde hij zich de jongste jaren vooral
in bloemencomposities. In vergelijking met het stilleven zijn er grote
verschillen te merken zowel in expressie, techniek en compositie als wat het
kleurenpalet betreft. De kleuren zijn iets zuiverder en contrastrijker. Door de
bloemen krijgen de composities ook meer volume en geven ze een barokke indruk.
Deze werken komen allemaal in zijn atelier tot stand, waarbij de landschappen
spontaan ontstaan in zijn verbeelding. Voor de harmonische dieptewerking
verkiest hij meestal de warme gloed van een lage zonnestand.
"Bloemen zijn een product van de natuur. Je kan ze daarom ook het best in de
natuur weergeven."
"De roos geniet mijn voorkeur", aldus Pieter, "al was het maar omwille van haar
aristocratische uitstraling. Vooral in combinatie met mooie stoffen en zilveren
gebruiksvoorwerpen komen de mooiste composities tot stand."
Het fijnschilderen van bloemen vraagt een zeer grote discipline, omdat het
begrip "tijd" een belangrijke hindernis is. Een bloem is immers steeds in
beweging en daarin schuilt juist de moeilijkheid.Precies daarom maakt de
schilder in dit geval geen gebruik van een onderschildering, maar schildert hij
bloem per bloem in één keer af ("à la prima").
Soms heeft hij een hele dag nodig voor één bloem, soms ook maar enkele uren.
Sommige bloemencomposities hebben in werkelijkheid nooit bestaan, omdat de
bloemen één voor één werden geschilderd in een tijdsspanne van enkele weken.
Zijn techniek
Schilderen vergt tijd en geduld. "Ik doe er soms uren over om een nieuwe
compositie van een stilleven samen te stellen", aldus Pieter. "Daarvoor heb ik
nood aan voldoende voorwerpen. Mijn atelier is doorheen de jaren een klein
museum geworden vol met oude gebruiksvoorwerpen. Sommige kruiken zijn
bodemvondsten uit de 16de eeuw; andere voorwerpen komen van een of andere
antiekmarkt, die ik regelmatig bezoek."
"Voor schilderijen van kleinere afmetingen verkies ik bij voorkeur paneel, meer
bepaald mdf. Zo'n paneel voorzie ik van twee lagen primer om de zuigkracht te
verminderen en een goede hechting te bekomen. Voor doeken van grotere
afmetingen gebruik ik het fijnste Belgische lijnwaad, dat voorzien is van drie
lagen zinkwit, zodat het oppervlak voldoende glad is."
Nadat de compositie is opgezet, wordt de tekening met grafietpotlood nauwkeurig
uitgetekend. Dan volgt de onderschildering. Die wordt vrij dik als eerste laag
opgezet met een mager medium: drie delen terpentijn en een deel lijnolie. De
onderschildering wordt bewust in de toonwaarden iets donkerder gemaakt, maar
wel in de zo dicht mogelijk benaderende eindkleur, dus geen homogeen bruine
onderschildering of grisaille. Een bruingrijze onderschildering gebruikt de
schilder enkel voor portretten. Tijdens deze fase wordt ook de dramatiek van de
schaduwen bepaald.
"De onderschildering is volgens mij het belangrijkste tijdens de opbouw van een
schilderij", aldus Pieter. "Als die goed gelukt is, kan het schilderij haast
niet meer mislukken. Tijdens de afschildering begin ik vanuit de achtergrond
naar voren te werken. Daarbij gebruik ik een vetter medium: een deel
terpentijn, een deel lijnolie en twee soeplepels standolie voor een volume van
een halve liter. Dit mengsel voldoet perfect, zowel op doek als op paneel. Om
een perfecte stofuitdrukking te bekomen, is het goed bekijken en doorgronden
van de diverse structuren van groot belang, maar het is enkel door veel te
schilderen dat men dit goed kan leren beheersen. Elk voorwerp heeft immers zijn
eigen karaktertrekken. Eigenlijk ziet men duizenden details, maar men kan niet
alles schilderen wat men ziet. De kunst van het weglaten is dus zeer
belangrijk. Om een geslaagd schilderij te bekomen, mag men het niet enkel
fotografisch benaderen. Dat is ook de reden waarom een schilderij een foto
artistiek kan overstijgen. Ik maak zelden gebruik van het glaceren, enkel voor
een betere dieptewerking van de schaduwen, omdat het pittige kleurenvoordeel
van het "à la prima"-schilderen daar nadeel van ondervindt."
|